Een heel aparte en interessante uiensoort uit de lookfamilie is de Egyptische ui of boomui. Jaren geleden heb ik een paar bolletjes gekocht bij een mevrouw die zich min of meer beroepsmatig bezig hield met bijzondere planten en zaden. Deze uiensoort is niet in de handel verkrijgbaar. Deze ui vormt op de steel geen bloemetjes maar z.g. broedbolletjes en zoals op de geposeerde foto naast deze tekst te zien is groeien die soms al uit tot complete uien (ook weer met broedbolletjes en soms wat bloemetjes) dit verklaart ook waarom ze weleens boomui genoemd wordt.
Op deze foto is te zien dat niet ieder bolletje op de stengel al uitgroeit met een stengel. Wanneer de stengel afsterft vallen de bolletjes op de aarde en worden op die manier weer geplant en groeit het volgende seizoen weer als moederplant op en begint de cyclus weer opnieuw. Het (overige) loof blijft in de winter groen en kan dan als verse ui gegeten worden. De ondergrondse bol is heel goed eetbaar maar kan in de kruidentuin ook goed als vaste plant blijven staan. De bol deelt zich net als sjalotjes.

Sommige mensen vinden de smaak fijn maar andere vinden ze scherp. Omdat uien heel veel ziektes kunnen krijgen is het heel erg belangrijk dat uien in het wisselteelt programma wordt opgenomen.

Bij mij komen alle planten uit de lookfamilie slechts eens in de 11 jaar (voorheen 12 jaar) weer op dezelfde plek. Een collega tuinder stond een keer te schelden omdat hij heel veel rotte pootuien had en gaf de schuld aan de inkoop omdat ze geen goed pootgoed hadden maar aan het pootgoed is niets mis. Het lag gewoon aan hem zelf omdat er jaar in jaar uit op dezelfde plek uien geteeld werden. De minimale wisselteelt voor uien is 1 op 6. Dus mag het uienbed nooit groter zijn dan 1/6 van de beschikbare teeltgrond. Kortom ik laat de Egyptische ui het poten van pootuitjes niet uit handen nemen, ik schuif ze net als alle andere groenten families ieder jaar een bedje op.

Rien Stoffels, tuin 199